Aantallen en verspreiding van
   broedvogels en wintervogels in Nederland

Vogelatlas Nederland

Schatten van aantallen per atlasblok

Wat wordt er van je verwacht?

Schat na een telseizoen voor de tel- en intekensoorten het maximale aantal dat op één dag in het atlasblok aanwezig was. Deze staan gemarkeerd met een * in het totaaloverzicht van je tellingen op de atlassite. Het schatten van de 'aanvink'soorten is facultatief, maar wel gewenst. De instelling staat van deze soorten staat standaard op de 'P' van present in het totaaloverzicht.
Maak de aantalsschattingen voor het broedseizoen a.u.b. vóór 1 september en de eindschattingen uiterlijk voor 1 november.
De aantalsschattingen voor de atlas zullen te zijner tijd op verschillende manieren door Sovon worden berekend. De wijze waarop verschilt per soort(groep), ook om dubbeltellingen te voorkomen. Jouw aantalsschattingen van je atlasblok zijn een waardevolle referentie.

Algemene informatie over het schatten

  • Ga uit van wat in het veld is gezien. Voeg géén soorten aan de atlasbloklijst toe, die niet daadwerkelijk door jezelf of anderen zijn gezien (‘die zal er wel zitten’).
  • Voor het broedseizoen wordt het aantal territoria geschat.
  • Wanneer je een waarneming uit externe bron voor het atlasblok niet vertrouwt kun je – mits gemotiveerd in het opmerkingenveld – de klasse voor die soort op N zetten.
  • Attentie! In uitzonderingsgevallen kan het voorkomen dat BMP en-/of kolonievogelinformatie ‘dubbel’ op een soortkaart wordt getoond. A.u.b. melden bij vogelatlas@sovon.nl of via 024–7410410 (Harvey).
  • Vragen? Overleg met de ADC van je regio of bel / mail Sovon: vogelatlas@sovon.nl.

A. Jaarschatting: 5 aanwijzingen voor een snelle start

Ga naar: vogelatlas.nl – log in - invoeren - atlasbloktelling – blauwe knop ‘jaarschatting’ in de kolom broedvogels.

  1. Kies voor elke soort de hoogste broedcode die is waargenomen.
  2. Schatsoorten staan gemarkeerd met een * (asterisk). Extrapoleer voor de ‘schatsoorten’ de waargenomen aantallen paren / territoria uit het km-hokkenwerk voor de overige witte hokken met geschikt habitat. Motiveer evt. je schatting in het opmerkingenveld.
  3. Schatten van de ‘aanvink’soorten (b.v. Ringmus) is facultatief, maar wel gewenst, wanneer er voldoende betrouwbare telgegevens beschikbaar zijn. De instelling van deze soorten staat in het jaaroverzicht standaard op de ‘P’ van present.
  4. Schattingen en broedcodes gereed? Stuur het blok in (blauwe knop rechtsboven).
  5. De jaarschatknop in het dashboard is nu groen geworden. Je kunt direct door met het maken van de eindschatting voor alle drie de atlasjaren (zie B).

B. Eindschatting: 4 aanwijzingen voor een snelle start

Ga naar: vogelatlas.nl – log in - invoeren - atlasbloktelling – blauwe knop ‘eindschatting’ in de kolom broedvogels.
Je ziet het hoogste aantal en de hoogste broedcode voor de totale atlasperiode in de linkerkolom. Deze wordt ‘gevoed’ door de drie kolommen voor de veldjaren.

  1. Met een klik op de soortregel wordt de detailinfo uit de afzonderlijke jaren geopend
    * Is er buiten het basisjaar een nieuwe soort waargenomen: maak voor dat jaar een schatting en kies de juiste broedcode.
    * Is de soort buiten het basisjaar in hogere aantallen waargenomen: kies de hogere aantalsklasse bij het ‘hoogste jaar’.
  2. Idem als 1 wanneer ‘na het insturen’ van de jaarschatting nieuwe gegevens voor het basisjaar beschikbaar zijn gekomen (alleen van toepassing op blokken uit die in de eerste twee atlasveldjaren zijn geteld en ingestuurd).
  3. Hogere schattingen worden in de linkerkolom (hoogste aantal / hoogste broedcode uit 3 atlasjaren) zichtbaar verwerkt door F5 te toetsen. Dit kost even tijd omdat de database opnieuw wordt doorgelopen. Het kan ook eenmalig aan het eind (scheelt tijd).
  4. Check alle regels om te zien of er in een ander jaar nog een hogere broedcode is vastgesteld en neem deze altijd over. Let op: een hogere broedcode aanpassen zonder er een aantalsklasse aan te koppelen is niet mogelijk. Kies dus altijd voor een aantalsklasse (bijv. P) in combinatie met die hogere broedcode in het betreffende jaar.
  5. Schattingen en broedcodes gereed? Stuur het blok in met de blauwe knop ‘eindschatting insturen’ –rechtsboven op de pagina. Deze knop blijft actief totdat Sovon het blok heeft gevalideerd. Tot besluit vragen we je de korte enquête invullen.

In de PDF Schattingsrichtlijnen staat de uitgebreide versie van de schattingsrichtlijnen. Neem deze alsjeblieft goed door zodat je de beste schattingen kunt maken.

Algemene Broedvogels – ‘Mogelijke’ of ‘Waarschijnlijke’ broedvogel

  • Tellers wordt verzocht om bij het maken van de aantalsschatting per soort goed te kijken of code 2 (baltsend/zingend) eenvoudig opgehoogd kan worden naar broedcode 4 (territoriumgedrag op nagenoeg dezelfde plek met 10 dagen of meer er tussen.)
  • Code 4 zorgt voor ervoor dat een mogelijke broedvogel een waarschijnlijke broedvogel wordt en daarmee een grotere stip in de atlas.
  • Klik bij elke soort de kaart, zeker bij algemene/veel voorkomende soorten
  • Liggen er meerdere waarnemingen (van jezelf en/of van de extra bronnen) bij elkaar in de buurt → broedcode 4
  • Algemene soorten zoals bijv. Grasmus, Tjiftjaf, Fitis, Vink en Zwartkop hebben doorgaans een hoge aantalsklasse (Klasse C of hoger), daarbij past niet een lage broedcode 2. → broedcode 4
  • Een Sprinkhaanzanger met (slechts) twee stippen op de kaart die op twee dagen met 10 dagen er tussen op nagenoeg dezelfde plek zit te zingen → Broedcode 4
  • Een Koekoek met acht stippen op de kaart verspreid over het atlasblok en over een aantal dagen is vastgesteld → Broedcode 4
  • Een Groenling die tussen half april en half juni bijna dagelijks vanaf zijn vaste boomtop een baltsvlucht uitvoert → Broedcode 4
  • Een Heggenmus zit eind febr./begin maart een paar dagen te zingen op het dak en vanaf half juni weer een paar dagen → Broedcode 4


Vriendelijk doch dringend verzoek: insturen eindschattingen broedvogels vóór 1 november 2015.